Patiënten met glenohumerale instabiliteit presenteren zich veelal met een zwaar gevoel in de arm, pijnklachten en/of een verminderd vermogen tot kracht zetten. Het goed classificeren van instabiliteit is moeilijk en zorgt er ook voor dat de prevalentiecijfers sterk variëren. De complexe pathologie kan gepaard gaan met stoornissen in de gehele bewegingsketen en met luxaties of subluxaties. In de NHG-standaard Schouderklachten (2008) wordt benoemd dat met name in de leeftijd tot 35 jaar, naast traumatische beschadigingen van de rotatorcuff, (sub-)luxaties van het glenohumerale of acromioclaviculaire gewricht veel voorkomen. Onder deze jonge patiëntenpopulatie is bovendien het recidiefpercentage erg hoog. Vanuit de NOV-richtlijn Acute primaire schouderluxatie wordt fysiotherapeutische behandeling bij gecompliceerde luxaties en/of luxaties met een vertraagd herstel aangeraden. Bij niet-traumatische luxaties wordt fysiotherapie als meest aangewezen interventie beschreven. In dit eerste deel van deze cursus worden de anatomie van de schouder en de pathologische mechanismen bij glenohumerale instabiliteit besproken; met name de actuele inzichten ten aanzien van passieve en actieve stabiliserende structuren. Ook het glenohumerale gewricht als onderdeel van de bewegingsketen wordt besproken. Op basis van deze classificaties van glenohumerale instabiliteit worden functionele en structurele pathologieën onderscheiden en wordt dieper ingegaan op de afzonderlijke pathologieën. In het tweede deel van de cursus zal op basis van evidence-based practice de diagnostiek besproken worden. Er worden tools aangereikt om patiënten met complexe schouderklachten te kunnen onderzoeken. Daarbij worden de statistische onderbouwing van diverse vragenlijsten en tests aan de orde gesteld. In het derde deel zal de revalidatie aan bod komen. Informatie om tot de juiste interventies te komen wordt hierin besproken en met behulp van casuïstiek wordt de vertaalslag naar de praktijk gemaakt. Lokale glenohumerale stabiliteit, scapulothoracale training, motor control training, training van de gehele bewegingsketen en sportspecifieke training komen aan bod. Een groot aantal oefeningen (inclusief variaties) wordt beschreven en toegelicht in videofragmenten en afbeeldingen. Tot slot zal de revalidatie na chirurgische interventie kort de revue passeren.