De complexiteit van het zorglandschap wordt alleen maar groter in plaats van kleiner. Niet alleen omdat de financiële onzekerheden groot zijn maar ook de tekorten aan personeel en soms materialen. Daarnaast vergen de IZA-, WOZO- en GALA-akkoorden samenwerking in alle lagen van het stelsel. In de dagelijkse praktijk zijn er al veel initiatieven die de transitie in gang zetten. Maar het beleid en de strategie vanuit de bestuurskamers lijkt daar nog niet altijd op aan te sluiten. Vaak is de governance in de zorg nog te veel toegespitst op individuele organisaties en niet op de regionale opgaven. Om de transitie te versnellen moet innovatie ruim baan krijgen en moet risicomijdend gedrag aan de kant geschoven worden.
Maar waar liggen de grenzen? Hoe geeft u vorm aan deze ontwikkelingen? Hoe stapt u niet in de valkuil van beleid dat uiteindelijk niets verandert? Hoe behoudt u de organisatorische integriteit bij al deze ontwikkelingen?
En in dit alles is er de maatschappelijke opgave voor bestuurders en toezichthouders om de zorg toegankelijk, betaalbaar en van goede kwaliteit te houden. Welke oplossingen zijn er om dit voor elkaar te krijgen?